Aardaker is een lid van de Lathyrus familie en hij wordt voornamelijk gekweekt voor de eetbare knolletjes die worden gevormd. Het is een zogenaamde “vergeten groente” die zoals andere vergeten groente aan een opmars bezig is. De aardaker heeft verschillende andere namen zoals o.a.: aardnoot, akkernoot, grondboon, aardmuis en aardeikel. De knolletjes kunnen net als aardappelen worden gekookt en gebakken. De knolletjes kunnen ook worden gepoft. De smaak van deze knolletjes is aards en nootachtig.
Deze plant bloeit met mooie roze bloemetjes die ook zeer geliefd zijn bij bijen, vlinders en andere nuttige insecten. Deze plant kan ook als groenbemester worden gebruikt omdat hij net als andere Lathyrussoorten stikstof aan de grond toevoegt. De knolletjes kunnen het beste pas 2 jaar na zaaien worden geoogst. Er is verwarrende informatie over de eetbaarheid van de bloemen, jonge scheuten en zaadpeulen. Er zijn bronnen die zeggen dat deze eetbaar zijn en andere bronnen zeggen dat ze giftig zijn. Wees dus voorzichtig. Geef deze klimplant een stevige ondersteuning. Winterharde meerjarige. Hoogte: 35 -100 cm.
Voorweken: 24 uur
Binnen zaaien/onder glas: februari - maart
Buiten zaaien: april - mei
Kiemen: 40 - 90 dagen
Kiemtemperatuur: 15 - 20 °C
Zaaidiepte: 1 - 3 cm
Zaaiafstand in rijen: 40 - 50 cm
Plantafstand: 30 - 40 cm
Standplaats: zonnig
Bloeiperiode: juni - augustus
Oogstperiode: oktober - november (het 2e jaar na zaaien)
Vanaf februari kan er binnen worden gezaaid in aparte potten. Zaai per pot 1 zaadje en bedek het zaad met 1 - 3 cm zaaigrond. Om de lange kiemtijd de te verkorten kan het zaad heel voorzichtig worden aangeschuurd en 24 uur voor het zaaien worden voorgeweekt in lauwwarm water. Hou de zaden goed vochtig tijdens het kiemen. Dek de potten af met huishoudfolie. Zet het geheel weg op ongeveer 15 - 20 °C. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat de temperatuur vooral 's nachts niet dalen. Verwijder het huishoudfolie zodra de jonge zaailingen opkomen. Hard de zaailingen af door ze vanaf midden mei ongeveer 10 - 14 dagen overdag buiten te zetten. Midden mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst kunnen ze buiten worden geplant op een zonnige plaats met goed waterdoorlatende grond. Houd 30 - 40 cm ruimte tussen de verschillende planten aan. Goed onkruidvrij en vochtig houden. Zorg voor ondersteuning van de plant.
Vanaf eind april, als er geen kans meer is op nachtvorst, kan er ook direct in de volle grond worden gezaaid. Zaai dun in rijen die 40 - 50 cm van elkaar af liggen en bedek de zaden met een laagje zaaigrond van 1 - 3 cm. Voorzichtig aandrukken en daarna vochtig houden. Dun de jonge zaailingen uit tot 30 - 40 cm per plant. Goed onkruidvrij en vochtig houden. Zorg voor ondersteuning van de plant. Net als andere leden van deze familie zijn de jonge plantjes erg gevoelig voor slakkenvraat.
Let op: de zaadpeulen, bloemen en overige delen van deze plant zijn niet eetbaar.